Gerhardus Diephuis (1817-1892)
De meest invloedrijke civilist van de 19e eeuw is ongetwijfeld Gerhard Diephuis (1817-1892) geweest. Hij was tegelijkertijd de meest onopvallende. Zijn persoon ging schuil achter zijn boeken, ja, Diephuis is de naam van een boek geworden, zegt Huizinga zo fraai, een kookboek waaruit heel juridisch Nederland zijn recepten haalde. Die positie had hij al bereikt toen hij nog rechter was, dus voordat hij hoogleraar werd aan de Groningse juridische faculteit. Als er een moeilijke zaak was in de rechtbank Winschoten of in het Hof van Groningen, verwees men naar Diephuis: Daiphoes het ’n bouk schreve’n, Daiphoes ken ’t waiten.
Diephus werd op 6 februari 1817 geboren in Farmsum, een dorpje dat nu is opgeslokt door Delfzijl. Bij het beroep van zijn vader Marcus Cornelius staat koopman, zijn moeder heette Harmanna Jager en stierf toen hij nog geen jaar oud was. Omdat zijn vader hertrouwde met Cornelia Palmer, wordt deze in bijna alle biografieën ten onrechte als de moeder aangeduid.
Diephuis’ hele loopbaan speelt zich binnen de provinciegrenzen af. Eerst school in Appingedam, studie in Stad, daarna rechter in Winschoten en Groningen, inspecteur en ten slotte hoogleraar. Toen hij benoemd werd in de laatste functie, was hij 42 jaar oud en had al een negendelig artikelsgewijs commentaar op het Burgerlijk wetboek op zijn naam staan. Als hoogleraar begon hij opnieuw. Nu geen exegetisch, maar een systematisch commentaar. Geen Burgerlijk Wetboek, maar Burgerlijk recht. Dit Systeem van Diephuis, zoals het werd genoemd, zette hij af tegen de Verklaring van zijn Utrechtse collega C.W. Opzoomer. De Heren bestreden elkaar waar het maar kon, tot wanhoop van de studenten. Gelukkig had Diephuis een driedelig leerboek voor de studenten geschreven, dat hen verloste van het bijwonen van dictaatcolleges en het aanhoren van een saaie en mompelende hoogleraar.
Diephuis was in 1860-1861 president van het Genootschap Pro Excolendo en heeft het vijf maal toegesproken over gevarieerde onderwerpen. De titel van zijn laatste vertoog op 28 november 1882 maakt nieuwsgierig. Hij is genomen uit Goethe’s Faust: Es erben sich Gesetz und Recht wie eine ewige Krankheit fort.
Diephuis heeft zijn grote werk voltooid gezien en dat moet hem voldoening hebben gegeven. Zijn kalm huwelijksleven werd wreed verstoord door de verdrinkingsdood op 25 september 1868 van zijn echtgenote Alagonda Geertruida Hemmes, bij wie hij tien kinderen had gekregen. Diephuis is overleden op 4 november 1892 en begraven op de Zuiderbegraafplaats. Op zijn graf staan typerend de enkele woorden: Prof. Diephuis en Familie.
(tekst: J.H.A. Lokin)
Portret van de jonge Gerhardus Diephuis
Bron: [103882820], NCRD, Nationaal Gevangenismuseum, via: Geheugen van Nederland
Het visitekaartje van Prof. Diephuis
Gerhardus Diephuis ca 1892 (pentekening)
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Gerhardus_Diephuis
Hoogleraarportret van Prof. Diephuis vervaardigd door: F.H. Bach (1903)
Bron beeld: Catalogus Professorum Academiae Groninganae
Bron schilder: Universiteitsmuseum Groningen [1111-0101-29]