Anna Augusta Leonie (Guusje) Minkenhof (1909-2005)

Guusje Minkenhof verdient een ereplaats in de annalen van Pro Excolendo. Ze was de eerste vrouw die tot het Genootschap werd toegelaten en niet alleen daar was ze de eerste vrouw. In de acceptatie van vrouwen in de rechterlijk macht heeft zij een voortrekkersrol vervuld. Ze was geboren uit een joods gezin in Amsterdam en groeide op in Hilversum. Na het gymnasium studeerde ze in Leiden, waar ze in 1933 promoveerde op een proefschrift Onderhoudsplicht. Uit dat proefschrift blijkt haar levenslange belangstelling voor de rechten van het kind. Het onverzorgd achterlaten van kinderen – haar  ouders waren gescheiden toen ze veertien jaar was – wilde ze strafbaar stellen.

Met Groningen kwam ze in aanraking door de oorlog. Ze dook er onder en werd er na de bevrijding advocaat. Op 25 januari 1947 werd zij als lid van Pro Excolendo aangenomen. Ze bleef zich interesseren voor het kinderrecht, was secretaris van de Vereniging Pro Juventute, die jeugdige delinkwenten rechtshulp verleent en hield op 24 april 1951 een vertoog voor Pro Excolendo over ‘kinderen met twee vaders’, waarvan H.J. Scheltema in zijn verslag schreef: ‘Slechts aan weinigen is het gegeven de weg te vinden in het labyrinth van bepalingen over deze materie. Eén van die weinigen is Mej. Minkenhof die de leden van Pro Excolendo in gestrekten pas langs de kronkelpaden voerde’.

Meer dan eens heeft de juridische faculteit een leerstoel in het kinderrecht aangevraagd met de intentie haar daarop te benoemen, maar Curatoren waren steeds afwijzend. Zou de aanvraag zijn gelukt, dan zou Mej. Minkenhof – ze stond op het predikaat Mejuffrouw, niks Mevrouw - de eerste vrouwelijke hoogleraar van de faculteit zijn geweest. Nu was ze de eerste vrouw in verschillende colleges van de rechterlijke macht. In 1957 was zij de eerste vrouwelijke rechter in de Haagse rechtbank, in 1965 was zij de eerste advocaat-generaal bij het Hof van Amsterdam, een jaar later de eerste vrouwelijke advocaat-generaal bij de Hoge Raad, weer een jaar later de eerste vrouwelijke raadsheer (raadsvrouwe, schreef de krant) van ons hoogste rechtscollege. In 1978 werd zij vice-president. Op haar zeventigste kreeg ze eervol ontslag. Vier jaar eerder had ze nog een preadvies geschreven over haar levenslange preoccupatie: het onderhoud  na echtscheiding en scheiding van tafel en bed in Nederland en België.

Na haar pensionering verscheen Mensenrechten en personen en familierecht  (1986). Op 28 oktober 2005 is zij gestorven. Behalve aan de hier opgesomde wapenfeiten zal Guusje Minkenhof herinnerd blijven aan haar reeds in 1936 geschreven handboek De Nederlandse Strafvordering. Het boek wordt in bewerkte versie nog steeds herdrukt.

 

(tekst: J.H.A. Lokin)

 

zie verder: http://resources.huygens.knaw.nl/vrouwenlexicon/lemmata/data/Minkenhof

 

1967 A.A.L. Minkenhof (Beeldbank Haags Gemeentearchief)

 

Mej. Minkenhof gefotografeerd door E.M. van Ojen (ca. 1967)

Bron: Collectie Foto's Beeldbank Haags Gemeentearchief nr. 1.65251